Oorlogsverhalen uit een dorp

Tubbergen

Dankbare herinneringen

Boer Borghuis en zijn vrouw hadden geen eigen kinderen, maar besloten toch onderdak te bieden aan 4 Utrechtse jongens. Dit was onder andere de heer Tuijl en zijn broertje en nog 2 broertjes die Kees en Tonnie van de Lingen heetten en in de Noordzeestraat woonden. Deze 4 jongens waren met hulp van het IKO vanuit Utrecht naar Tubbergen gebracht. Als de heer Tuil hierop terug kijkt is hij van mening dat hij een geweldige tijd in Tubbergen bij de familie Borghuis heeft gehad. Zo weet de heer Tuijl de bevrijding van Tubbergen door de Canadezen nog goed te herinneren. De straten stonden vol met tanks en vrachtauto’s met munitie en jerrycans met benzine, dat hij als jongen erg interessant vond!

Enkele maanden na de bevrijding was het dan tijd om weer naar huis te gaan. Eind juni 1945 werden de kinderen met militaire vrachtauto’s weer naar Utrecht gebracht om herenigd te worden met hun ouders. Meneer Tuijl weet zich nog te herinneren dat veel kinderen dit eigenlijk niet zo leuk vonden. 

Na de oorlog ging de heer Tuijl nog vaak terug naar Tubbergen en ook naar de familie Borghuis om er in de vakantie te logeren. Ook later, toen hij getrouwd was, gingen hij samen met zijn gezin minstens 1 keer per jaar naar Tubbergen. Niet alleen naar oom en tante Borghuis, maar ook naar
de toenmalige knecht, die met zijn vrouw op een boerderij was gaan wonen en van wie ze dan altijd 30 eieren meekregen naar huis.

Naast de jaarlijkse bezoeken aan Tubbergen was er nog geregeld contact per post met mevrouw Borghuis. Zo stuurde de familie Tuijl “oom en tante” Borghuis kaarten met Kerstmis en wanneer ze op vakantie waren. Als ze dan onverwacht bij haar aankwamen, stond die kaart pontificaal op tafel.
“Van de jongens uit Utrecht”, zei “tante” Borghuis dan tegen de medebewoners van De Eeshof, het bejaardentehuis waar ze later kwam wonen. “Oom”
Borghuis is in 1969 overleden, “tante” Borghuis overleed in 1998.

Meer weten over de “bleekneusjes” in Tubbergen? Klik hier.