Oorlogsverhalen uit een dorp

Tubbergen

Crash Lancaster ED-667 DX-W

'Ontsnapt naar Engeland'

In de omgeving van Albergen is in de nacht van 13 op 14 mei 1943 een Lancaster gecrasht. De bemanning van de lancaster bestond uit: P/O J.B.M. Haye, piloot; F/Sgt. J.A. Redgrave, navigator; Sgt. R.S.J. Betteridge, boordwerktuigkundige; Sgt S.H. Allison, radiotelegrafist; Sgt. C.F. Saville, bommenrichter; Sgt. F.L.R. Gilliver, rugkoepelschutter; Sgt. R.F. Williams, staartschutter. De omgekomen bemanningsleden zijn begraven op de begraafplaats in Albergen. .

Voor de vlucht van start ging vonden er mededelingen plaats met gegevens over de vlucht. Ze kregen daar te horen dat de missie de Skoda-fabrieken in Pilzen betrof. Na de briefing werd er gegeten en kleedde men zich om. Nadat de koptelefoons gecheckt waren werden de mannen naar hun toestel gereden. Toen iedereen op zijn plek zat werden de motoren gestart. Voor het taxiën werden ook nog enkele controles uitgevoerd. Vervolgens werd de Lancaster in beweging gebracht naar de startbaan. Om 21.37 uur (Engelse tijd) verhief de Lancaster zich van de startbaan. Al snel bereikte de formatie het luchtruim boven het eiland Texel. Vanuit daar werd er rechtstreeks koers gezet naar Pilzen. Boven het IJsselmeer meldde de staartschutter Sgt. Williams paniekerig dat ze werden beslopen door een Duitse nachtjager. Haye gooide het toestel in een bocht en begon uitwijkmanoeuvres uit te voeren. Het lukte hem de nachtjager af te schudden. Boven Overijssel klonk een donderend geraas door het vliegtuig en lichtpuntjes flitsten langs de cockpit. Haye riep naar Williams om te vragen hoe het erachter uitzag, maar er kwam geen antwoord. Williams was gedood door het vuur en de intercom was totaal vernield.

De restanten van de Lancaster bommenwerper ED-667 op de plaats van de crash, omgeving Vleerboersweg Albergen. (Bron: Zij kwamen bij dag en nacht, M. Klaassen)

Om het toestel lichter te maken besloot Haye de bommen te laten vallen. Vervolgens zette hij het vliegtuig in een rechtse bocht om terug te vliegen naar Engeland. Richting Almelo begon de Lancaster te branden en kon het toestel moeilijk onder controle worden gehouden. Haye gaf de bemanning het bevel om te springen. Hij liet eerst de rest van de bemanning de gelegenheid het toestel te verlaten en bracht daarna zichzelf in veiligheid. Hij liet het stuurwiel los en snelde naar het ontsnappingsluik. Spoedig zweefde hij aan zijn parachute naar beneden. Gilliver was niet in staat het vliegtuig te verlaten en vloog met de brandende Lancaster door naar Albergen. Hij is later samen met Sgt. Williams begraven op het kerkhof van Albergen.

De vijf bemanningsleden die uit de bommenwerper waren gesprongen kwamen veilig aan de grond. Allison werd door Gerard van der Wal naar de kapberg van de familie Wenneger gebracht. Daar verschool hij zich drie dagen. Daarna werd hij opgehaald door een lid van de verzetsgroep “Ootmarsum”. Die hielpen hem bij zijn poging om te ontsnappen naar Engeland. Helaas werd hij gepakt door de Duitsers en overgebracht naar een krijgsgevangenkamp. Ook Sgt. Saville bleef een tijdje uit handen van de Duitsers, maar werd later in Parijs opgepakt. Sgt. Betteridge kwam met zijn parachute neer in Harbrinkhoek bij boerderij Van der Wal. Daar heeft hij de nacht doorgebracht in een hooiberg. De volgende dag heeft hij zich overgegeven en werd hij gearresteerd en overgebracht naar de Ordepolitie in Borne. Sgt. Redgrave verborg zich in een dennenbosje aan het kanaal Almelo-Nordhorn. De volgende dag werd hij gepakt door de Duitsers waarna hij werd afgevoerd.

 Haye kwam neer bij de boerderij Erve Zonderman. Daar verborg hij zijn parachute, zwemvest en vliegerkleding. Onder zijn militaire kleding droeg hij een burger overhemd. Dit zou hem helpen om zijn identiteit als RAF-piloot niet kenbaar te maken aan de Duitsers en omdat hij goed Nederlands kon doordat hij in Nederland geboren was, maakte Haye een goede kans uit handen van de vijand te blijven. Na enkele boerderijen tevergeefs te hebben bezocht besloot hij naar de hooischuur te gaan bij de eerstvolgende boerderij die hij tegenkwam. De volgende morgen merkten de bewoners van de boerderij hem op. Daar werd iemand geroepen die hem de juiste richting in zou wijzen, om te proberen de kust te bereiken en zo met een boot naar Engeland te vluchten. Onderweg kwam Haye een jongeman tegen die hem meenam naar een boerderij in de buurt van Enter. Daar wisselden de bewoners Hayes papiergeld in kleingeld om en werden hem andere kleren en een fiets aangeboden. Na een politiewagen tegen te zijn gekomen besloot hij in een nabije bioscoop te wachten tot de kust veilig was. Daar kwam hij op het idee om de trein naar Den Haag te nemen. Na eerst de verkeerde trein te hebben genomen zat Haye in de goede trein richting Den Haag. Op het station ontmoette hij een man en een vrouw die hem hielpen in contact te komen met het verzet. Hij werd samen met enkele andere mannen overgevaren naar Engeland.

Bron: Zij kwamen bij dag en nacht – M. Klaassen – 1990