Ten tijde van de Duitse bezetting die vanaf mei 1940 in Nederland een feit was moesten Nederlandse burgermannen arbeid verrichten voor de Duitse Reichsarbeitsdienst (RAD). Deze arbeid voor de RAD werden ook wel R-verrichtingen genoemd. Voor deze verrichtingen konden  de arbeiders een vergoeding aanvragen. Ook van mannen uit de gemeente Tubbergen moesten deze R-verrichtingen gaan uitvoeren ten tijde van de bezettingsjaren. Er valt te denken aan het ruimen van sneeuw, arbeid in de Noordoost Polder, maar ook het aanleggen van Splitterboxen en Deckungslöcher. Op last van de Feldgendarmerie (militaire politie van het Duitse leger) werden er in de gemeente Tubbergen diverse Deckungslöcher en Splitterboxen aangelegd. De Deckungslöcher waren kleine gaten in de grond die voor personen dienden als schuilplaats voor een eventuele luchtaanval van een vliegtuig en waren gelegen langs de doorgaande wegen. In de gemeente Tubbergen zijn in de periode 1943 en 1944 ongeveer 1200 van deze Deckungslöcher aangelegd. Deze Deckungslöcher waren kleine gaten in de grond waar iemand in kon gaan zitten om bescherming te zoeken tegen een luchtaanval van een geallieerd vliegtuig. Aangezien deze gaten in de  grond maar één persoon diende te beschermen hadden deze ook maar geringe afmetingen.